top of page

Mijn zoon gaat niet meer naar school. Mijn zoon gaat naar school.

Mijn jongste zoon was tien toen hij van school kwam en hoofdpijn had. De volgende dag had zijn hoofd nog pijn, de week erna nog en de maand erna ook nog. Het marcheerde ook niet meer, niet bij wiskunde en niet bij Frans. En waarom moesten er ook zoveel blaadjes met oefeningen gemaakt worden, ook als je al begrepen had waarover het ging? En waarom moest hij thuis Franse woordjes overschrijven als hij dat zelf niet zinnig vond? Als een 'aap' zonder te lezen wat hij schreef. En als ’t niet netjes was nog een keer opnieuw.

Lastig voor een moeder die houdt van huiswerk maken en van schrijven. Ze wilde dat ze niets anders moest doen huiswerk maken en schrijven. Maar ze moest met de zoon naar dokters en specialisten, naar hersenscans en psychologen. En ondertussen heel veel coachen. Elke dag kijken naar wat haalbaar was voor het kind in nood, voor het hoofd met pijn. Soms naar school, soms niet. Soms radeloos, soms met een beetje nieuwe moed. Altijd met pijn. Altijd met een hoofd vol anticiperende gedachten. En ook altijd met behoefte om veel te praten.

Praten kan mijn zoon. Het is het talent dat hij heeft gebruikt om zijn noodkreet te uiten: ik wil niet passen in een systeem dat ik zelf niet begrijp, ik wil niet leren op een manier die ik niet zinnig vind. Ik wil kunnen zijn wie ik ben en geen aap worden die blaadjes invult. Ik wil alles in vraag kunnen stellen want ik wil zelf mogen nadenken.

Moeder had niet de ambitie om op vlak van onderwijs te pionieren (ze had haar deel al gehad) maar het ging niet over haar. Het ging over haar zoon. Toen hoorde hij dat er een school bestond waar je zelf kon bepalen wat je deed, waar je kon kiezen wat je leerde, wanneer en hoe. Waar je ook de hele dag op de trampoline kon staan springen. Het was alsof de wereld toch weer een beetje klopte. Er was toch een manier om groot te worden zonder aap te worden, zonder te moeten vergeten wie hij is. Er was een plek om juist heel veel in vraag te stellen, om te leren over wat niet in schoolboeken staat.

Mijn zoon is ondertussen net twaalf. Hij heeft een jaar lang heel veel op de trampoline gesprongen en heel veel gediscussieerd in het dagelijkse juridische comité van zijn nieuwe school. Hij denkt graag na over rechtvaardigheid. Zijn hoofd doet niet meer pijn. Hij heeft in juni zijn diploma lagere school behaald en hij heeft al enkele examens gepland voor de eerste graad van het middelbaar. Hij kiest zelf wat en wanneer. Hij is gemotiveerd want hij wil later kunnen verder studeren. Hij wil ook naar Australië.

Ik weet niet of zijn school een school is. Het is een plek waar kinderen samenkomen, waar ze samen regels maken en samen waken over die regels. Er zijn stafleden die ze kunnen aanspreken als ze hulp nodig hebben om iets te leren. Ze nemen de verantwoordelijkheid voor zichzelf in handen maar ook voor elkaar, voor de sfeer en het algemeen welzijn van iedereen. Ik hoor niet dat het alleen maar makkelijk is. Ik hoor wel dat mijn zoon nergens anders wil zijn. De vakantie duurt veel te lang.

Ik denk niet echt dat ik zelf op zo een school had willen zitten. Ik denk dat ik echt hield van huiswerk maken en schrijven. Maar het zou ook kunnen dat ik er alleen maar een houvast in vond omdat ik niet zo goed zelf durfde te denken en te praten. Ik weet het niet. Ik ben blij dat mijn zoon het wel weet.


Featured Posts
Recent Posts
Archive
Search By Tags
No tags yet.
Follow Us
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page